Huizenonderzoek Bokhoven

Huizenonderzoek - Minuutplan Bokhoven 1823

Via de OAT's (Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels) is het mogelijk om voor elk perceel informatie te verkrijgen over de eigenaren, de grootte van het perceel etc. Voor genealogen die zich bezighouden met bevolkingsreconstructies een onmisbare bron om de genealogische gegevens te koppelen aan de exacte woonplaats (stad, dorp of gehucht) van de personen binnen een gemeente. Veelal is het mogelijk om op basis van de situatie van 1832 terug te werken in de tijd om de ontwikkeling van een woonplaats en de bewoners te reconstrueren.

We hebben met behulp van de documenten uit het archief van de schepenbank in het dorp Bokhoven het perceel 'den Moolen Werff met loijerijekunnen lokaliseren.

Dit perceel (nr. 143) is in bezit gekomen naar wij vermoeden door vererving van de ouders van Cornelia Geritse van der Hoven, Gerardus Pauli Joes van der Hoven (schepen van Bokhoven 1680) en Maria Jansen Gijssels en/of Coppens. Het perceel is in drieën opgedeeld nl. 143, 142 en de tuin nr 141. We hebben het vermoeden dat de woning van de familie van der Hoven naast perceel nr. 143 gelegen is en daarnaast de voormalige leerlooierij was.

 

Ook uit de voogdijrekeningen met tijdspanne van 16 aug. 1694 t/m 16 maart 1701 blijkt dat het huis naast (ten westen) ‘de Molenwerf’ verhuurd was voor de periode (1694-1699) van zes jaar aan Hendrick Anthonisse van Eijck[1]. Dit dossier bevat 33 pagina’s en de momboiren waren Huijbert Otten van de Oever en Jan Jansen van der Hoven (uit Vlijmen) waarbij er de zaken werden geregeld voor de nagelaten kinderen Pauwels en Joanna van der Hoven. Hun ouders waren Geerit Pauwelssen van der Hoven en Maijken Jansen Coppens.

In maart 1699 werd het huis gerepareerd maar de vraag blijft wie heeft er daarna in gewoond?

het huijs staende binnen desen Graefschap Bockhoven aent oisteijnde de rendanten hebben op den 23 mert (1695) betaelt aen calck en nagel tot reparatie van t'huijs aent moleneijnt eenen gulden, twee stuijvers en int verhueren van t'huijs verteert en noch aen de onmondige in constant gelt aanlanght eenen gulden, thien stuijvers comt t'samen: 2,17,0. depost gebleecken: ontvangen anno 1695-1699 de rendanten voor ontfangh een jaer huijshuere van Hendrick Anthonissen van Eijck* ter somme van: 26, 10, 0.

* Henrick Anthonissen van Eijck was schepen van Bokhoven in de jaren 1727, 1730, 1731.

[1] SAH: Schepenbank van Bokhoven 1587-1881, Minuten van verkopen en overdrachten nr. 614

Akte van overdracht (1688)

Akte van overdracht van vijf hont land gelegen op Hoefslag door Willem Leers en Anna van der Hoven uit Haarlem aan haar oom Geraert Poulussen van der Hoven, Bokhoven, 07-05-1688

Geeraert Poulussen van der Hoven als man ende voocht van Maeijcken Jans sijne wettighe huijsvrouw, ter eere, ende Willems Leers woonende binnen de stadt van Haerlem, als man en momboir van Anna vander Hoven ….…. met eene helft, ofte het gerechte paert in huijs ende hof, met alle sijne appendentien ende dependentien van dijen, gelegen binnen desen vrij Graeffschap van Bockhoven als sij vercooperen mede recht, daerinne te pretenderen hebben, oistwaerts d'erffue van juffrouw Digna Clerx met haere kinderen, suijtwaerts des heeren Grave Duijvenkamp westwaerts d'erffue van Cornelis Janssen Kempenaers, noortwaerts de Gemeijne straete, ende dat om ende voorde somme in twee termeijnen de eersten termijn voor eene helfte nu bij de veste, ende den tweede ende lesten termijn, van heden over een jaer, te weten den sevensten junij XVI negentachtentich waervoor den voorschreven Willem Leers, ende Anna sijn wettige huijsvrouwe sijn opdraegende, cederende ende transporterende, aen ende ten behoeven van Geerit Poulussen van der Hoeven haeren oom ofte sijne wettighe erffgenaemen….[2]

…..als het huijs staende binnen desen Graefschap Bockhoven aent oisteijnde de rendanten hebben op den 23 mert (1695) betaelt aen calck en nagel tot reparatie van t'huijs aent moleneijnt eenen gulden, twee stuijvers en int verhueren van t'huijs verteert en noch aen de onmondige in constant gelt aanlanght eenen gulden, thien stuijvers comt t'samen: 2,17,0. depost gebleecken: ontvangen anno 1695-1699 de rendanten voor ontfangh een jaer huijshuere van Hendrick Anthonissen van Eijck ter somme van: 26, 10, 0.[3]

[2] Stadsarchief ’s-Hertogenbosch: Schepenbank van Bokhoven 1587-1811| Minuten van verkopen en overdrachten nr. 245 | 08-06-1688
[3] SAH: Schepenbank van Bokhoven 1587-1881| Minuten van verkopen en overdrachten | nr. 614 | 23-03-1695

lm: Nota: Dit huis en hof met boomgaard is anno 1726 van hout aen Huibert van Noort, waarop als den vierhonderd gulden van den armen bleven staen, die daarna aen het dorp Bokhoven ...eet gezet, om eindelijk gebruik zijn tot het bouwen van het tegewoordig bestaen de armhuijsje.
Het voors. huis en hof met boomgaard is den 31 july 1723 door Anneke Willems van Roeij weduwe van Hubert van Noord opgedragen aan Eymert de Groot en Anna Wolfs …. (gaat verder)

Armen huys aen het oosteijnde in Bokhoven

Ontvangh van het armen huys, aen het oosteijnde, ’t eerst in Bochoven.

De huer van dit voorsr. huijs is bij betaelt, en verrekent, tot 1717 incluijs en voorgaende jaren, als te sien is in de rek(ening)en gedaen, bij mons(ieu)r Johan Clercx in dato 4 julius 1719.
En over ’t jaer 1718, is het selve vergunt, ende bewoont geweest bij jonker Heijdenrijck, en suster als meede bij maeij heeffen en hare kinderen, soo dat hier van niets is gekoomen[4].

[4] Archief Abdij van Berne: Kerkachief Bokhoven inv.nr. 385 | aanteekeningen en opkomsten van de armengoederen vrije graefschapschappelijke Bockhoven 1717-1719 over het jaar 1718 | 04-07-1719

Akte van overdracht (1739)

Akte van overdracht van een huis en hof door Jan Matthé en zijn kinderen uit Puttershoek aan Dirck van Engelen en zijn echtgenote Geertruij Janss Cózijns 1739

Compareerden voor ons schepenen deses vrij Graefschaps Bokhoven Jan Matthé getrouwt sijnde geweest met Cornelia Gerits van den Hoven voor siges selfs, als mede door volmaght off procuratie hebbende gepasseert voor den notaris Jasper van der Vliedt "van dato 6 mei 1739" en getuijgen van den dorpe van Puttershoeck als bij ons schepenen, gesien, en gelesen, van Ariaenijen, Jenneken, Jan en Gereken, Jansz. Matthé, woonachtig op den voornoemde dorpe van Puttershoeck als mede nagenoemde comparerende Jan Hasselmans als man en momboir van sijne vrouwe Maria Jansz. Matthé alle ten samen kinderen vanden voornoemde Jan Matthé dewelcke bekende mits desen wettelijck ende in alle behoorlijcke forme op te dragen te cederen en transporteren aen en ten behoeven van Dirck van Engelen en desselfs huijsvrouw Geertrui Jansz. Cozijns seker huijs en hoff en aengelegen erve soo groot en kleijn als hetselve alhier gelegen leijdt, in dit Graefschap Bokhoven aldernaest de erfgenamen en kinderen van monsieur Johan Clerx suitwaarts, en noortwaarts de erfgenamen van Cornelis Jongmans, westwaerts des heere Grave Duijvencamp, en noortwaerts des Heerestraete ofte wie alomme met regt daer aan geerft zijnde, en daer niets uijtgaende, als alleenlijck sevenen dertig stuijvers agt penningen Gravelijcken chijns, jaerlijcx te betaelen op St. Lambertsdagh met alle naerbuerlijcke lasten als van outs, verders sullen de transportanten leveren vrij goet, tegens vrij geldt, en allen commer en calangie, en aentael van sijnen 't wegen daere of sijnde ofte komende afdoen geheelijck tot dato deser actum, en alsoo vrij goet leveren nu en ten eeuwigen dagen, gelovende de comparanten tot naerkominge van't gene voorschreven staet, mits desen te verbinden haere persoonen en alle haere goederen present ende toekomende, waer en ofte wat plaetse die gelegen ofte bevonden moghte worden en na dat hiertoe geschiet was, t'gene van reghts wegen daertoe diende te geschieden, soo wierden de voornoemde Dirck van Engelen enden Geertruij Jansz. Cozijns sijne huijsvrouw in op gemelde huijs en hoff, bij ons schepenen wel en wettelijck gegoeijt, gevest ende geerft. Actum Bochoven desen elfden meij 1739[5].

[5] Stadsarchief ’s-Hertogenbosch: Schepenbank van Bokhoven 1587-1811 | Minuten van verkopen en overdrachten nr. 302 | 11-05-1739