Algemeen

Met verbetenheid werd door de protestanten opgetreden; vooral de dominees waren fanatiek. Na 1648 nam hun actie nog toe: met alle kracht werden de uitingen van het katholicisme tegengegaan; de openbare uitoefening van de godsdienst verboden; priesters verbannen; kloosterzusters het leven nagenoeg onmogelijk gemaakt; rijke kloosters geconfisceerd; kerken gesloten; beurzen-stichtingen afhandig gemaakt enz. Maar de katholieken verzetten zich onder leiding van hun priesters met alle kracht tegen deze kerkvervolging: op zolders, in kelders en op andere geheime plaatsen kwamen ze bijeen om de H. Diensten bij te wonen. Clandestien trokken de priesters van plaats tot plaats om de zieken bij te staan, overal opbeuring en vertroosting brengend. Honderden bewoners van Staats-Brabant trokken regelmatig de grenzen over naar die gebieden, waar het katholicisme vrij kon worden uitgeoefend, nl. naar het graafschap Bokhoven en het graafschap Megen, naar het Land van Ravenstein en de Baronie van Boxmeer, naar de Commanderij van Gemert en Gelder aan gene zijde van de Peel, naar het prinsbisdom Luik en de Zuidelijke Nederlanden. Jaar in, jaar uit kwamen de katholieken hier in onaanzienlijke, primitieve gebouwen, heikerken genoemd, bijeen.[1]

De katholieken in Nederland die het met bepaalde ontwikkelingen niet eens waren, stichtten over in het land nieuwe gemeenten. In Dordrecht was het de vurige katholieke Hubert Borret († 1751), een Luikse wijnkoper en bankier en sedert 1681[2] als grossier in Dordrecht gevestigd, die zich inspande om een geestelijke naar de stad te krijgen en er een kerk te stichten. In mei 1711 werd een pastoor toegelaten, maar zodra het stadsbestuur vernam dat deze ordegeestelijke was, weigerde het elke verdere medewerking. Omstreeks deze tijd werden dus de eerste stappen genomen tot de oprichting van een nieuwe Rooms-katholieke gemeente.[3]

 [1] NOORD-BRABANT EEN GEWEST IN OPKOMST | door Dr. H. VAN VELTHOVEN | uitgegeven door drukkerij Henri Bergmans N.V. Tilburg 1949 | pagina 37
[2] GAD: Nederlands patriciaat 1963 | pagina 86 | archiefnummer 11 | inventarisnummer 84 | 23 december 1681 en archiefnummer 3 | inv.nr. 1975 | pagina 13
[3] GAD: Archief 1 | inventarisnummer 80 | begint in 1712

Rooms-katholieke Statie Kuipershaven

Rooms-katholieke parochie van de Heilige Bonifantius
Ondanks vele moeilijkheden werden samenkomsten gehouden in het kapitale woonhuis van Borret op de hoek van de Kuipershaven en de Schrijversstraat[3] onder leiding van buiten de stad afkomstige geestelijken.

Perceel: pakhuis van Borret - Kuipershaven 41-42

Later werd 'n pakhuis van Borret op de plaats van de huidige pastorie aan de Kuiperskerk als kerk ingericht. In 1717 gelukte het Borret de geestelijke Leonardus Vinquedes in de stad te krijgen. Sedert die tijd nam het aantal katholieken, hoofdzakelijk bestaande uit van Brabant afkomstige arbeiders, weer toe en weldra bleken ze de oud-katholieken te over treffen. Hubert Borret, die als stichter mag worden beschouwd van de huidige Rooms-katholieken kerk in Dordrecht, overleed in juni 1730.[4]

Lees meer hierover op de schitterende website van Andre de Haan.

Van 1737 tot 1739 slaagde men dankzij vele giften[5] erin een kerk te bouwen. Aan de Kuipershaven werden twee pakhuizen naast brouwerij 'De Zwaan' verbouwd en als kerkgebouw ingericht. Zie onderstaande afbeelding de huidige kerk op het kadasterkaart van Dordrecht 1832.

[4] GAD: Archiefnummer 11 | inventarisnummer 50
[5] GAD: Archiefnummer 11 | inventarisnummer 80 | pagina 265-267

Plattegrond van Dordrecht met in het midden de rooms katholieke St. Bonifatiuskerk (in 't blauw weergegeven).