Inleiding

Het blijft opmerkelijk dat de meeste kinderen van Jan Matthee getrouwd waren met duitse welgestelde personen. Ze hadden een goed inkomen zoals schipper, handelaar of kunstenaar. Een mogelijke verklaring hiervoor kan gevonden worden in de volgende feiten:
Jan moet regelmatig tijdens zijn werk te maken hebben gehad met regenten/notabelen en/of eigenaren uit Dordrecht (en omgeving) die onroerende goederen en landerijen in hun bezit hadden.

De regenten heren: Willem Reepmaker heere van Stevenshoek, Mattheus Rees, Franchois van den Brandeler, mr. Johan de Witt, Cornelis Pieter Pompe van Meerdervoort) waren aanwezig of opgegeven als getuigen bij de huwelijken van de kinderen van Jan Matthee. Wij toffen deze personen vaak in het huwelijksregister aan als getuigen (bijverdienst) en waren vaak bestuurders van de Nederlandse steden in de 18e eeuw en waren invloedrijke mensen in Dordrecht. Mr. Johan Johanz. de Witt was gelieerd met de families van Heijdenreijck, de Witt, van der Steen en Proost.

Dordrecht was een handelsplaats en had een unieke ligging met het achterland, daardoor had het een grote aantrekkingskracht voor mensen uit het het huidige Duitsland (bv het gebied van de Nederrijn - Nordrhein-Westfalen) om daar zich met succes te vestigen. Er was veel werkgelegenheid door de komst van deze emigranten.

We stellen we ons de vraag of de ouders van Jan Matthee niet uit het Noordrijn-Westfalen of Noord-Rijnland-Westfalen (Duits: Nordrhein-Westfalen) afkomstig waren. Maakte Jan een tussenstop in Turnhout? Alle kinderen van Jan en Cornelia waren met Duitse emigranten (Hasselman, Borrebach en Weenings) aangetrouwd? Was dit zo bijzonder of was dit slechts een tijdsbeeld? We weten dat al vanaf de zeventiende eeuw jonge, ongetrouwde mensen naar het buitenland trokken om werkervaring op te doen. Na hun leertijd keerden velen weer terug naar hun eigen land, doorgaans naar de regio's van herkomst: Nedersaksen en Westfalen (DE). Vele vragen rondom de herkomst van Joannes Matthei.... maar dat maakt het juist spannend....

Huwelijk Marie Jansz. Matthé & Jansz. Hasselmans

Huwelijk voor de Nederlands Duits Gereformeerde Kerk te Hedel van Marie Jansz. Matthé & Johannes Jansz. Hasselmans. Hij was afkomstig van Sonsbeek (D).

1725, Den 4 april,
Sijn voor mij ondertrouwd Johannes Hasselmans j.m. van Sonsbeek[1], dog woonende alhier, met Marie Jansz. Matthé, j.d. van Hedel, beide roomsgesind, en getrouwd alhier den 29 dito.[2]

[1] De gemeente Sonsbeck (verouderd: Zonsbeeck, Zonsbeek, Sonsbeeck, Sonsbeek) ligt aan de beneden-Nederrijn in het noordwesten van het Ruhrgebied in de Duitse deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen.
[2] GAA: NDG 1688-1773, pag. 6

Huwelijksinzegening rooms-katholieke kerk Hedel

30 aprilis contraxerunt matrimonium Ioannes Iansen Hasselman, et Maria iansen Maté, coram me Arn(oldus) vander Linden parocho, et testibus, Ioann(is) Mate et Adriana de Groot.

Trouwbelofte Jan Matthe & Agnita Borrebagh voor de schepen van Dordrecht

Jan Matthe & Agnita Borrebagh voor de schepen van Dordrecht. Zij was afkomstig van Keulen (D).

Op huijden den 29 Maart 1736 sijn aangeteekent de trouwbelofte tusschen Jan Matthe jongeman woonende op Puttershoek, geassisteert met Jan Matthe den Oude, sijne vader met Agnita Borrebagh, jongedochter van Dordrecht woonende in Mijns Heeren Herreberg, heeft schriftelijk consent van haare vader Jan Borrebagh en geassisteert met Neeltje van Es haare goede bekende coram de heeren meester Willem Reepmaker, heere van Stevenshoek Mattheus Rees, en meester Franchois Vanden Brandeler.

Op den 7 April 1736 is ter secretarie in persoon gecompareert Jan Borrebagh ende heeft alsnog verklaart in het huwelijk van sijne dogter te consenteren.

De voorschreven persoonen sijn getrout en inden egten huwelijken staat bevestigt opden 14 april 1736, coram de heer mr. Franchois vanden Brandeler vervangende de heeren Reepmaker en Rees.[3]

 [3] GAD: Archiefnr. 11. | DTB 1716-1738 | inv.nr. 96 | fol. 191v | 20-07-1741

Trouwbelofte tussen Geertruij Mattij & Jacob Weenings te Dordrecht

Trouwbelofte tussen Geertruij Mattij & Jacob Weenings te Dordrecht. Hij was afkomstig van Emmerik uit te land van Kleef (D).

Op huijden den 19 april 1753 sijn aangetekent de troubelofte tusschen Jacob Wenings wed(naer) van Emmerik woont op de Kalkhaven met Geertruij Mattij j.d. van Heel bij s'Hertogenbosch woont tot Rotterdam in de Boompjes geassisteert met Jan van Mechelen haaren bekende verklaaren geen 2000 g(u)l(den) gegoed te zijn coram de heer mr. Pieter Hoeuft vervangende de heeren mr. Johan de Witt en Cornelis Pieter Pompe.

Alsoo de geboden onverhindert en sonder inspraak sijn gegaan, is aan deselve daarvan attestatie gegeven ten eijnde te Rotterdam in den huwelijk en staat konne werden te vestigt op den 5 meij 1753.[4]

GAD: archiefnr. 11 | inv.nr. 96 | Doop-, trouw- en begraafboeken van Dordrecht | fol. 265v | 01-04-1753